Daihatsu bestaat nog wél, maar heeft in 2011 besloten om geen nieuwe auto's meer in Europa te leveren. Als een volledige dochteronderneming van Toyota levert het merk in zijn thuisland Japan jaarlijks 600.000 nieuwe Daihatsu's af.
De auto's voor Europa werden speciaal gebouwd. Denk hierbij aan zaken als het stuur, dat aan de linkerzijde moet zijn gemonteerd, en de motoren die in Europa krachtiger moeten zijn. Ook zijn Europese autokopers niet gecharmeerd van beige vloerbekleding, stoelen en dashboarden, terwijl die kleur in Japan wél populair is. Omdat in Europa slechts rond de 40.000 nieuwe Daihatsu's per jaar verkocht werden en de concurrentie steeds heviger werd, heeft de fabrikant het besluit genomen zich uit Europa terug te trekken wat betreft de verkoop van nieuwe auto's.
De transportkosten bedroegen veelal zo'n 10 procent van de consumentenprijs van de auto. De concurrentie die in Europa produceert, heeft veel minder transportkosten per auto.
In landen als Duitsland en Nederland verkocht Daihatsu echter prima. Als Daihatsu in heel Europa dergelijke verkoopcijfers had behaald, dan had het merk zich ook niet uit Europa teruggetrokken.